Kendo target areas
Kendo terminologie
Kledingstukken | |
Hakama | Broekrok met wijde pijpen |
Keiko gi | Trainingsjas |
Koshi ita | Achterstuk hakama |
Matadachi | Opening aan de zijkant van de hakama |
Obi | Gordel |
Tabi | Zacht, stoffen schoeisel met teeninzet |
Zori | Teenslippers |
Zekken | Naamlap op de linkerborst, bij Kendo op de middelste tare flap. |
Jargon Kendo | |
Term | Uitleg |
Men | Het hoofd |
Yoko-men | Diagonaal, de zijkant van de men |
Dô | De borstkas |
Kote | De pols |
Ashi | De voet |
Shinai | Bamboe (of glasvezel) oefenzwaard ter grootte van een katana |
Men-o-tsuke | De uitrusting aantrekken |
Men-o-tore | De uitrusting uittrekken |
Mo-ikkai, Mo-ichi-do | Nogmaals, nog een keer |
Ichi kotai | Doorschuiven |
Issoku-itto-no-maai | Afstand waarbij in chudan-no-kamae de top van de shinai elkaar raken, of 1 stap (=Issoku) en 1 slag (=Itto) afstand |
To-ma (toi-maai) | Grotere afstand dan issoku-itto-no-maai, de shinai’s raken elkaar dus niet |
Chika-ma | Kleinere afstand dan issoku-itto-no-maai, de shinai’s kruisen elkaar |